OORLOGSMONUMENT
In 1864 waren er plannen om in het Albertpark (toen oud-kerkhof genoemd) een weeshuis te bouwen. De plannen zijn niet doorgegaan zodat wij nu het monument in het Albertpark hebben.
Echo de Renaix, 1864
Dit monument voor de gesneuvelden van WO1 is een typisch voorbeeld van Art Pompier, Art Académique; vandaar ook zijn naam. Art Académique is een franse kunstvorm waarbij vooral heldhaftige, naakte figuren werden getoond en in die schilderkunst veelal met blinkende koperen helmen, op brandweerhelmen gelijkend. Beeldhouwer: Oscar Sinia.
Op zondag 3 juni 1923, één week na de fiertel, maakte Ronse zich klaar voor een volgende plechtigheid: de inhuldiging van het monument voor de gesneuvelden van WO1. Toen stond er nog geen 1 na WO; de tweede was nog ondenkbaar toen.
Prins Leopold, 22 jaar oud, de latere koning werd te Ronse verwacht om 14u00. De straten waar de stoet langskwam waren versierd. De socialisten via hun krant de Verbroedering, vonden die versiering “ geleek aan deze van een boerenkermis terwijl een andere (straat) de versiering voor de processie gelijktijdig liet dienen voor de inhuldiging” (1) Le Ralliement daarentegen vond de versiering magnifiek en vooral de Peperstraat was uitbundig mooi verzorgd volgens deze krant, die dan ook bij Massez-Meert in de Peperstraat gedrukt werd.(3)
Programmaboekje
Om 9u00 was er eerst, zonder de prins, een herinneringsplechtigheid, een openluchtmis gecelebreerd door een leraar uit het college. Het gedenkteken werd pas om 16u00 in het bijzijn van de prins onthuld. Wanneer de prins om 14u00 aankomt, werd hij eerst ontvangen op het stadhuis. Onderweg krijgt hij op het Guissetplein bloemen aangeboden door oudstrijder, oorlogsinvalide Georges Pieters (1894-1963). De stoet komt voorbij het stadhuis. De muzikanten op de Markt vallen uit hun stuk wanneer ze de Brabanconne speelden. Wanneer de socialisten voorbij stapten, zwaaide Vanden Eede met de “geweerbrekervlag” en de prins wendde zijn blik af van de stoet. Ze defileerden voorbij zonder hun hoed af te zetten. Hierop werd hen nageroepen “chapeaux bas” vanop het balkon van café De Harmonie. (dixit 't Volk van Ronse) De krant van de franstalige katholieken (Patria), Le Ralliement schrijft echter met veel lof over deze stoet van 77 groeperingen en meldt niks over die voorvallen. Volgens hen was de hele huldiging een groot succes.
◄De kop van de vlag van de socialistische oudstrijders.
Het dragen van dit vaandel in de stoet was eerst verboden geweest door het inrichtingscomité maar nadat de socialisten dreigden niet mee te stappen bij de inhuldiging, werd het toch toegelaten. 't Volk van Ronse schrijft echter dat die vlag bedekt moest zijn, verplicht door het inrichtingscomité.
't Volk van Ronse, 1923
◄ Optocht op de Markt
De katholieken van de Volksbond waren niet opgezet met de naakte man en de politieke achtergrond. De Ronsese naam “Den Blooten Pompier” komt dan ook vanuit die hoek en/of deze krant. Ze waren afwezig op de inhuldiging. ’t Volk van Ronse schrijft dat “…na de lage franskiljonsche campagne en de uitsluiting van de Leeuwenvlag (in de 21 juli-stoet)…” vond de Volksbond het niet nodig deel te nemen aan dit liberaal-nationalistisch feest. (2) De prins en zijn gevolg stappen via de Peperstraat, Wijnstraat en Schipstraat naar het Albertpark.(3)
De onthulling, het losmaken van de koord om het kleed rond het monument te laten vallen duurde een half uur. (2) Een nieuwe verveling voor de prins die tot nu een zeer koel onthaal had in Ronse. Le Ralliement meldt hier niks over en verhaalt een zeer vlotte en geslaagde onthulling. De prins werd langs het parcour enthousiast bejubeld.(3)
’t Volk van Ronse blokletterde in zijn editie van 9 juni 1923:
De ontering waar hierboven sprake van is, was ‘zattemansgedoe’, ’s avonds rond het monument.(2)
Dit was allemaal georganiseerd door het inrichtingscomité onder voorzitterschap van Dr. Auguste Ferrant, vader van Joseph Ferrant. Joseph Ferrant staat vermeld op dit monument. Soldaten die op de dag van de inhuldiging in het leger zaten, konden verlof krijgen om dit evenement bij te wonen.(1)
De financiëring van de oprichting van dit monument was niet voor iedere Ronsenaar een geliefde bijdrage.
't Volk van Ronse, 1923
__________________________________________________
Referenties
(1) De Verbroedering, juni 1923: https://opac.amsab.be/Record/Tijdschriften_400002027
(2) ’t Volk van Ronse, 2 en 9 juni 1923
(3) Le Ralliement, 10 juni 1923